Richt uw tuin brandveilig in

Wat kunt u doen?

Woont u in een bosgebied? Of daar vlakbij? Zet dan planten en struiken in uw tuin of tegen uw gevel, die niet snel gaan branden. Zo maakt u het risico op een natuurbrand kleiner.

Hoe kunt u uw tuin het beste inrichten? 

• Kies voor loofbomen. Die gaan minder snel branden dan naaldbomen. Voorbeelden van loofbomen zijn beuk, eik en esdoorn.
• Plant een singel van loofhout om uw terrein.
• Zorg voor genoeg afstand tussen groen en gebouwen. Zet geen heesters of bomen direct tegen een gebouw aan.
• Staat er een haag van coniferen om uw terrein en wilt u die vervangen? Kies dan voor een haag die minder snel gaat branden. Dat kan bijvoorbeeld een ligusterhaag of beukenhaag zijn.
• Maak open ruimtes tussen uw terrein en het bos- of natuurgebied. Gebruik daar bijvoorbeeld stenen en rotsen voor. Of maak een inrit of pad.
• Zet spullen die snel gaan branden, op een veilige plaats. Spullen als uw tuinmeubels, camper of boot met brandstoftank.
• Zet geen hout voor de open haard tegen de gevel.

Hoe kunt u het beste het onderhoud doen?

• Houd gras kort en nat bij droog weer.
• Haal natuurlijke ‘brandtrappetjes’ weg. Een brandtrappetje is een plek met verschillende lagen groen. Daar kan een brand als een trap overspringen van de ene laag naar de andere.
• Verwijder regelmatig dode planten en takken.
• Snoei bomen regelmatig.