Conferentie Worldproef - Veilige weerbare stad

Geachte aanwezigen; Sandra Pellegrom nam ons net al mee in de agenda voor 2030 van de Verenigde Naties, de zeventien duurzame ontwikkelingsdoelen.

Het mooie van die zeventien doelen is dat ze nauw met elkaar verbonden zijn, je kunt ze eigenlijk niet los zien van elkaar. Toch ga ik de komende tien minuten inzoomen op eentje in het bijzonder. En wel vanuit mijn rol en dagelijkse praktijk als burgemeester. Want u had het misschien niet gedacht, maar zelfs voor een burgemeester van een welvarende stad, in een welvarend land, zijn de ontwikkelingsdoelen een relevant en inspirerend handvat.

En dan heb ik het vanuit mijn positie met name over doel nummer 16. Dat luidt als volgt:

Bevorder vreedzame en inclusieve samenlevingen,

verzeker toegang tot justitie voor iedereen

en creëer op alle niveaus doeltreffende, verantwoordelijke en open instellingen

Kort en bondig samengevat gaat deze doelstelling over vrede, rechtvaardigheid en een betrouwbare overheid.

Toen in 2015 de millenniumdoelen werden vervangen door de duurzame ontwikkelingsdoelen, is deze, nummer 16, erbij gekomen. En daar ben ik blij om. Want al die andere duurzame ontwikkelingsdoelen worden een stuk lastiger te realiseren als er geen duurzame vrede is, geen duurzame rechtvaardigheid, en geen duurzame, betrouwbare overheid. Ze zijn een noodzakelijke voorwaarde voor duurzaamheid op alle andere fronten. En dat is zo op internationaal niveau, op nationaal niveau maar zeker ook op regionaal en lokaal niveau. Want ook hier werken we daar hard aan, iedere dag weer. Hoe we dat doen, en waarom, daar laat ik vandaag graag een beetje van zien.

Een paar weken geleden hadden we hier in Apeldoorn een bijeenkomst met medewerkers uit wat wij met een jargonwoord het sociale domein en het justitiële domein noemen. Dan moet u denken aan medewerkers van de reclassering, verslavingszorg, politie, sociaal wijkteam, psychiatrie, huisartsenpraktijken en noem maar op. De bijeenkomst ging over de onderlinge samenwerking, hoe belangrijk die is. Zo was er het verhaal van een gezin dat in geldproblemen was geraakt, voor de verleiding van snel geld verdienen was bezweken en hun huis beschikbaar had gesteld voor een hennepkwekerij. Ze liepen tegen de lamp en raakten van de regen in de drup. Maar gelukkig zijn er in dit land behalve schurken die misbruik maken van kwetsbare mensen, ook goede krachten die er alles aan doen om die mensen juist te helpen: medewerkers van Veilig Thuis, het Centrum voor Jeugd en Gezin, de sociale dienst, pro deo advocaten, leerkrachten en zo nog een aantal. En die deden wat ze moesten doen: ze zijn om dit gezin heen gaan staan en hebben het weer op weg geholpen. De ouders krijgen begeleiding, er is weer een inkomen, en de kinderen gaan weer naar school. Ze kunnen als gezin weer een enigszins normaal leven gaan leiden, weer deel uitmaken van de samenleving om hen heen.

Ik vertel dit, om te laten zien hoe criminaliteit de levens van doodgewone mensen kan ontwrichten. Ze komen in hun naïveteit en wanhoop terecht in een soort parallelle wereld, waar ze niet om hebben gevraagd en waar ze op eigen kracht niet meer uit komen. Dit is niet alleen ontwrichtend voor de mensen die het overkomt, maar ook voor de samenleving waar ze deel vanuit maken. Het heeft grote impact.

We kunnen de samenleving alleen veilig maken als we oog hebben voor deze menselijke kant van het verhaal. En andersom: we kunnen mensen alleen maar op weg helpen en ondersteunen als we ook grenzen stellen, duidelijk optreden en veiligheid bieden. En dat allemaal met vereende krachten, in onderlinge samenwerking. Daar hebben we die verantwoordelijke, doeltreffende en open instellingen voor nodig, zoals de tekst van het duurzame ontwikkelingsdoel het omschrijft.  

Om onze inwoners te beschermen, houden we ons ook in Apeldoorn intensief bezig met de bestrijding van ondermijning, ofwel de vervlechting van onderwereld en bovenwereld: de invloed van criminelen op de economie, de politiek, het vastgoed enzovoort. In Apeldoorn zetten we daarbij ook steeds nadrukkelijker in op de preventie en bestrijding van digitale criminaliteit. Ook dat kunnen we niet alleen. Samen met het onderwijs, bedrijfsleven, politie en de krijgsmacht werken we daarvoor aan een landelijk kenniscentrum op dat gebied, het Centrum voor Veiligheid en Digitalisering. En dat doen we niet uit hobby of uit luxe, dat doen we uit noodzaak.

Want veiligheid – zowel fysieke als digitale veiligheid - vormt als het ware de bodem onder een goed functionerende en open samenleving. En dat is waar we als overheid – ook als lokale overheid - voor staan, waar we dienstbaar aan zijn. Als we onze democratische rechtsstaat overeind willen houden, dan moeten we voor haar op de bres. Als we een open en menselijke samenleving willen zijn, dan moeten we weerbaar zijn tegen krachten die haar proberen te ondermijnen.

Want die krachten zijn er, of we willen of niet. We lezen en zien het dagelijks in de media. Cyberaanvallen op de systemen van gemeentes, veiligheidsregio’s en banken. De moorden op de broer van kroongetuige Nabil B., op advocaat Derk Wiersum, op Peter R. de Vries. Het nieuws dat er een aanslag beraamd zou worden op onze premier door de drugsmaffia.

Maar ook de grote hoeveelheid hennepkwekerijen, xtc-laboratoria, afrekeningen in het criminele circuit midden op straat. Het zijn allemaal signalen dat er groepen zijn in onze samenleving, die hebben besloten dat de wetten en regels van onze democratische rechtsstaat niet voor hen gelden. Dat niet de gekozen politici het voor het zeggen hebben, maar zij. Dat niet onafhankelijke rechters vonnissen vellen, maar zij.  Deze mensen hebben enkel hun eigenbelang voor ogen en zijn meedogenloos. Je hoeft geen fervente crimefighter te zijn om te stellen dat zij een bedreiging vormen voor ons allemaal.

Wat me daarbij nog het meeste zorgen baart, is dat deze groepen zich verschuilen achter de rug van vaak jonge en kwetsbare mensen die ze het vuile werk laten doen. Jonge mensen, die nog zoekende zijn naar hun identiteit en naar hun eigen plek in onze maatschappij. En die de pech hebben op die zoektocht tegen criminelen aan te lopen die hun kwetsbaarheid aanvoelen en hen gouden bergen beloven.

Dit is de vraag die we ons als samenleving moeten stellen: hoe maken we onze jongeren en andere kwetsbare mensen weerbaar tegen deze praktijken? Hoe beschermen we hen tegen de verlokkingen en verleidingen van het snelle geld?

Dat antwoord is natuurlijk niet zo eenvoudig. Het is pure winst dat op alle niveaus inmiddels is doorgedrongen dat dat niet vanzelf gaat, dat we aan de bak moeten. Dat we flink moeten investeren in de bescherming van onze samenleving tegen criminelen. De extra miljoenen die de Tweede Kamer bij de Algemene Politieke Beschouwingen daarvoor heeft gevraagd en gekregen, zijn dan ook meer dan welkom. Maar zoals altijd, is geld alleen niet genoeg. 

Wat iedereen nodig heeft is het gevoel ergens bij te horen, deel uit te maken van een verband. En, wat ook iedereen nodig heeft: het hebben van perspectief. Perspectief op een opleiding, op werk, op een huis. Perspectief op een zelfgekozen toekomst. En daar komt de noodzaak van die betrouwbare overheid weer om de hoek kijken.

Want het is deels de overheid die dat perspectief moet bieden. Of beter gezegd: het is de overheid die de voorwaarden daarvoor moet scheppen. Goed onderwijs. Goede en voldoende woningen. Goede wet- en regelgeving op het gebied van werk en sociale zekerheid. Goede jeugdzorg. En goede, onafhankelijke rechtspraak.

Ik denk dat we in Nederland over het algemeen onze zaken aardig voor elkaar hebben. Maar er is genoeg aanleiding om kritisch te blijven, om niet zelfgenoegzaam te zijn. Want ook wij als overheid laten steken vallen. Ik hoef het woord ‘toeslagen’ maar te noemen of we weten allemaal wat ik bedoel.

/Vertrouwen kunnen hebben in de overheid is de basis voor een democratie als de onze. Wie de sociale media frequent volgt, heeft wellicht een ander beeld, maar Nederland heeft altijd hoog op de internationale lijstjes geprijkt als het ging om het vertrouwen van burgers in de overheid. Dat staat de laatste tijd wel enigszins onder druk en dat is niet goed. Daar moeten we echt aan werken. Want als mensen er geen vertrouwen meer in hebben dat de overheid er ook voor hen is, gaat iedereen voor zijn of haar eigen hachje en worden de saamhorigheid en solidariteit ondergraven. Dan zijn mensen niet meer bereid zich in te zetten voor vrede, voor rechtvaardigheid, voor duurzaamheid. Dan denken ze: stik er maar in.

Zo nu en dan praat ik met een paar jongeren uit onze stad die betrokken waren bij de avondklokrellen, afgelopen januari. Ik was nieuwsgierig naar wat hen bezield had en vermoedde dat hun persoonlijke situatie niet al te best was. Dat laatste klopte. In de puberteit wat rottigheid uitgehaald, strafblad opgebouwd en daardoor geen Verklaring Omtrent Gedrag. En zonder die verklaring krijg je geen stageplek, laat staan een baan.

Ook al hadden ze hun leven inmiddels weer redelijk op de rit, hun fouten bleven hen op deze manier achtervolgen. Ze voelden zich buitengesloten, steeds opnieuw. Uiteindelijk zagen deze jongens geen perspectief meer. En waar perspectief verdwijnt, neemt de betrokkenheid bij de samenleving af. En eindig je als stenengooier. Of uiteindelijk nog erger.

Maakt u zich geen zorgen, voor deze twee zie ik nog wel kansen. Maar in het algemeen gesproken zijn dit wel de jongeren die grote risico’s lopen. Jonge mensen hebben een veilige omgeving nodig. Natuurlijk liefdevolle ouders of verzorgers en vrienden. Maar ook goede buren, betrokken leerkrachten, alerte jongerenwerkers en een wijkagent die een oogje in het zeil houdt. It takes a village to raise a child. U kent de uitdrukking ongetwijfeld.

Maar een veilige omgeving betekent ook een omgeving waar je fouten mag maken, waar je niet meteen keihard wordt afgestraft bij de eerste de beste misstap. Want als je geen fouten mag maken, word je alleen maar bang en leer je niks. Zo moeten we ons als overheid opstellen: streng als het moet, maar altijd in proportie en met oog voor de persoon in kwestie. Zo bouw je aan een samenleving  waarin mensen zich veilig voelen, waar ze iets voor terug willen doen, waar ze zich voor willen inzetten. Zo bouw je aan een duurzame samenleving, op alle fronten.

Toen ik achttien was, heel lang geleden, meldde ik me aan bij de Koninklijke Marechaussee. Als jongen van die leeftijd denk je niet zo bewust na over je drijfveren. Maar laatst vroeg iemand mij waarom ik destijds die keuze had gemaakt. Nu weet ik dat dat was omdat ik de wereld wat veiliger en wat eerlijker wilde maken. En op dát moment was voor mij de marechaussee daarop het passende antwoord. Inmiddels heb ik ook allerlei andere dingen gedaan en ben ik nu burgemeester van deze geweldige gemeente. 

Maar eerlijk gezegd is mijn drijfveer nog precies dezelfde.

De wereld een beetje veiliger en eerlijker proberen te maken.

Dat zijn misschien grote woorden. Maar grote woorden zijn soms nodig. Ze geven richting, moed, inspiratie. Al was het maar voor jezelf, om je eigen doel goed voor ogen te houden. Want soms is dat moeilijk. Of beter gezegd: dat is best vaak moeilijk. Want ook al zijn je doelen en idealen heel helder, er gebeuren iedere dag wel weer dingen die het zicht erop vertroebelen. Iedere dag weer buitelen de meningen, de oordelen, de vooroordelen, de belangen, de angsten en de hatelijkheden over elkaar heen. Ze vormen een web waarin we verstrikt raken, als we niet uitkijken. In de politiek, in de media, op het internet, iedereen schreeuwt om het hardst. Maar het nadeel van schreeuwen is dat het pijn doet aan de oren en dat niemand meer luistert. Het echte gesprek wordt daarmee ondermijnd.

Ondermijning van onze samenleving gebeurt dus niet alleen door criminelen. Ondermijning van onze samenleving gebeurt ook door iedereen die niet de moeite neemt echt in gesprek te gaan. Ondermijning is ook: mensen negeren, uitschelden, bedreigen. Doof en blind zijn voor de menselijkheid van een ander. Verschillen uitvergroten, schuldigen aanwijzen. Polariseren in plaats van toenadering zoeken. En in het publieke debat is dat aan de orde van de dag.

U hoort mij niet zeggen dat het allemaal erger wordt, dat het vroeger beter was. Want dat is objectief gezien niet zo; op heel veel terreinen gaat het met de mensheid veel beter dan het ooit gegaan is. Veel minder oorlogen dan vroeger, minder ziekte, minder sterfte, minder armoede, minder criminaliteit, minder ongelijkheid. Alleen: wát er mis gaat, zien en horen we allemaal en we zien en horen het ook meteen. Iedere dag weer worden we overstelpt door een stortvloed aan slecht nieuws, gevolgd door een stortvloed aan commentaar en reacties. Dan valt het nog niet mee om nuchter en bij de feiten te blijven; om de dingen die niet goed gaan wel aan te pakken maar alles wel in de goede proporties te blijven zien. 

  • Overigens, ik wil hierop nadrukkelijk één uitzondering maken en dat is het klimaat. Met onze natuur gaat het aantoonbaar echt veel slechter dan ooit, met de klimaatverandering als gevolg. Dat dat het resultaat is van menselijk handelen, is inmiddels onomstotelijk bewezen. Enkele andere sprekers zullen daar vandaag veel dieper op ingaan, maar ik wilde het wel even gezegd hebben.

Ik had het zojuist over grote woorden, die soms nodig zijn. Woorden die richting geven, inspiratie, en moed. Ik zei ook dat het op heel veel terreinen goed gaat met de mensheid, ook als dat misschien anders lijkt. En dat het belangrijk is dat goed voor ogen te houden. En ik had het over saamhorigheid, verbondenheid, en over een brouwbare overheid die dat kan versterken.

Voor mij komen deze essentiële zaken iedere keer weer samen op de momenten dat we stilstaan bij de Tweede Wereldoorlog. Als we op 4 mei herdenken welk ongelooflijk leed en onrecht toen zijn geschied. Als we op 5 mei vieren dat we nu in vrijheid leven. Als we stilstaan bij de verworvenheden en kracht van onze democratie. En als we ons realiseren dat we die nooit, maar dan ook nooit als vanzelfsprekend mogen beschouwen. Voor mij, maar ook voor heel veel andere mensen, zijn dat momenten van inspiratie, van bezinning, van saamhorigheid. En die zijn van een niet te onderschatten grote waarde.

De zeventien duurzame ontwikkelingsdoelen bevatten grote woorden. Zeker. Maar kijk eens voor hoeveel inspiratie ze inmiddels hebben gezorgd. Kijk eens hoeveel mensen ze al op de been hebben gebracht. Ook vandaag weer, hier in Apeldoorn. En natuurlijk, met een bijeenkomst als deze alleen veranderen we de wereld niet. Maar u kent vast het verhaal van de vlinder die een orkaan kan veroorzaken. Wij zijn allemaal die vlinder.

Dank u wel.

Ton Heerts
Ton Heerts Fotograaf: Rob Voss

Contact

Burgemeester Ton Heerts heeft geen vast spreekuur.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met zijn secretaresse via het telefoonnummer 14 055. Gesprekken met de burgemeester vinden in principe plaats in het stadhuis.

Bel: 14 055 of vul het Contactformulier in

Uw Reactie
Uw Reactie