© Jeroen Taalman
ADOC
Zijn timing draagt de sporen der perfectie
Voorbij de storm van stedelijk tumult
gloort in de luwte pure recollectie
Zijn spiegelbeeld (ontsnapt aan zijn geduld)
wist het cultuurdomein reeds te betreden
van honger naar serene rust vervuld
Hij volgt het voorbeeld nu met rasse schreden
Nog vijftien lange meters buitenkant
van binnenwereldbeelden afgesneden
Nog even balanceren op de rand
Die wonderlijke grens van spiegelland
En dan de sprong van drogbeeld en projectie
naar louterende stonden van reflectie
© Aad van der Waal
© Jeroen Taalman
Even Apeldoorn bellen
Op een zonnige dag was ik mijn tijd ver vooruit
En klom helemaal – de kantoortuin door,
langs alle trappenhuizen, lichtinvallen, brandgangen
in mijzelf omhoog tot bovenop – zo trots- de apenrots
Langzaam wordt het kouder in mijn catacomben, tocht het
in de doorkijkjes, staat de multifunctionaliteit leeg
Maar boven hoor ik een stem door de leegte galmen,
de menigte verzekerend dat een goed ontwerp
zijn eigen toekomst dekt, elke huisjesmelker,
holbewoner weet dat
Ik deed een raam schuin open en zag een stropdas
wapperend in de tegenwind
© Hanz Mirck
Krantenkop
Op een dag prijkt mijn tronie Elke vlieg die het niet geloven wil Iedereen mag zien Beeld: Jeroen Taalman |
![]() |
© Jeroen Taalman
Een haven voor Apeldoorn
De vuurtoren staat er al jaren op te wachten
als een bushokje voor het gemeentehuis
Water heeft een grote aantrekkingskracht,
zegt de wethouder. Op regen?
Op wanhopige mannen, verbitterde vrouwen,
opgegeven schooltassen, schepen
vol geuren van heel ver varen,
ruimen dieper dan de hoogste flats,
scheepshoorns eenzamer dan de stilte,
op kurk, wrakhout, malafide ondernemers,
vrijheidsdenkers, leegte, as, op dode vis
op wat vergeten moet worden,
op de rillende wind, op geluid
Op zand. Veel geel zand
© Hanz Mirck
© Jeroen Taalman
Zorgfaillietbezetting
thuis: plaats waar je woont, het dagelijks leven verricht,
lief en leed deelt
zorg: gedachte(n) over mogelijke problemen
of handelingen om deze te bestrijden
thuiszorg: 1 pogingen die men met wie lief en leed
gedeeld wordt doet om gevaren te bestrijden of gedachten
over de machteloosheid daarvan
2 bedrijfstak die dagelijks terugkerende zorgen
voor haar rekening neemt
afwas: schoonmaakwerk dat gedaan is
stof: tijd die iedere week neerdwarrelt op de pendule
gemeente: vereniging van burgers
huis: zie thuis
gemeentehuis: plaats waar lief en leed van alle burgers
wordt gedeeld en waar mogelijk gevaar wordt besproken
bezetting: aantal leden in een team dat mogelijke zorgtaken
op zich kan nemen
failliet: moment waarop alle acties tegen gevaar
niet langer helpen en alle zorgen waarheid worden
zorgfailliet: moment waarop alle teamleden
in het gemeentehuis hun zorgen delen,
terwijl het gemeentehuis niet thuis geeft
© Hanz Mirck
© Jeroen Taalman
Bronstroep
Deze stad groeit in de breedte,
niet in de hoogte. Meer liggend
dan staand, dromerig herkauwend
Onze straten heten naar vergeten dieren
Het Kampioenschap Burlen klinkt om de
hoek. Hier hangen wij de wildste dromen
aan de gevel, voor we onze laag-
bouw binnengaan
Buiten de groene geur van bos
waar de drift ons boven
de witte schedels groeit
© Hanz Mirck
© Jeroen Taalman
Naamloos veldje
Wie zegt dat hier nooit iets gebeurt, slaapt
Wie zuidelijk bloed heeft, ziet
hoe de middag het licht verschuift,
langs straten genoemd naar grote mannen,
vol doodgewone huizen
Dit hier lijkt een kruimel op de wereld maar
het is de wijde wereld vanaf de Koolmeesweg
Het zou overal kunnen zijn, een dagdroom ver
Maar alles is zo wonderlijk hier en nu,
hoe de tijd speelt met de bal,
de zwijgende spelers, het schot
tussen de schaduwbenen door,
over een seconde
die de eeuwigheid duurt
© Hanz Mirck
© Jeroen Taalman en Hanz Mirck
© Jeroen Taalman
Waarom angst
Voor wie gelooft in mogelijkheden
kan wat in Parijs plaatsgrijpt, ook bij ons:
ons kanaal een kleine Seine, onze wijken arrondissementen, ook wij gaan grootsteeds
naar bioscopen, concerten, cafés. Nog steeds Maar wie zijn zij die een staat willen bouwen en bang zijn voor ons? Bang voor wie zich laten raken in Coda en Orpheus,
op het Zwitsalterrein, wie aangeschoten zijn op het Caterplein, in de stadsbrouwerij Wat moeten dat voor angstige broeders zijn,
zo bang voor ons klein geluk,
voor onze ongewapendheid, voor onze
vrijheid, gelijkheid en broederschap?
© Hanz Mirck
© Jeroen Taalman
Tegen de stroom in
Wil je erover praten, vroeg ik
en duwde af. Nee zei ze, het is teveel
Je kon het water langs de boot horen stromen
Als je het met me deelt, zul je zien
dat het minder wordt.
Als het kleiner wordt is het nog steeds
te groot, je weet niet wat het is hier zo te zitten
Vertel het me dan, ik zal zo goed luisteren
dat ik er een grap over kan maken
waar jij om zult lachen
Zou dat helpen? Ik hoor ons roeien,
jou luisteren en mij praten,
ik wil eigenlijk niet dat je
het met me eens bent
want dan zijn we uitgepraat
© Hanz Mirck
© Jeroen Taalman
Kostbaarste bezit
Het was niet gemakkelijk erheen te gaan
Van te voren wist ik al dat ze me niet zouden
verstaan, zouden denken dat ik iets
van ze moest
Ik had alleen mijn kostbaarste bezit
bij me, een risico
Met gebaren probeerde ik te beduiden dat
ik het goed bedoelde, hoe we hier
de dingen zien. Het lukte niet
We waren te anders
Zij moesten erom lachen. Net als ik
© Hanz Mirck
© Jeroen Taalman
Bestemmingsplan
Ik flitste acht ton bij elkaar. Genoeg
voor een villa, een componist of tien
hele dikke millieuverslindende auto’s,
of twintig baden vol Veluwse Schavuyt
Jachtlaan, Gasbaan, Lammersboulevard,
Spuitweg of Rausallee; mijn adressen kietelen
de bougiefetisjisten. Ik knipoog naar de tijd
maar zie geen diepte, alleen de platte feiten
Wie te snel handelt
en dat te langzaam beseft,
koopt zich een veelbewogen selfie
Nee, beter is het om ons waardig te verplaatsen
onder de koninklijke klanken
van een stadscomponist
© Hanz Mirck