Voor het oprapen

Voor het oprapen

5 mei : vrijheidsmaaltijd op het Stadhuis

Het lag op de stoep, ik wist niet wat het was
Zij zei, dat het ooit was bevochten,
Dat veel andere mensen het zochten.
Een oudere vrouw in een duffelse jas

Ze zei:‘ ’t Is misschien wel het mooist wat er is
Het is van onschatbare waarde
Ik denk wel het kostbaarst op aarde
Dat kun je pas meevoelen, als je het mist.

‘t Is VRIJHEID’. De vrouw had een vriendelijk lach
Ik zei: ’Da’s toch vanzelfsprekend
De vrede, die is hier getekend
Allang voordat ik ooit het levenslicht zag’

Zij wist over bloembollen, angst en verzet
En ik van Soldaat van Oranje
Die van die reclamecampagne
Ze zei: ‘’t Gaat om nú.’ Ze vertraagde haar tred

‘Doe JIJ iets met wat hier voor het oprapen ligt?
Die VRIJHEID, die jij niet herkende?’
Ik zei: ‘Nou, ik snap de ellende
Daar waar ze voor macht en geweld zijn gezwicht.

En hier kan ik zeggen en doen wat ik wil
Zolang ik maar niemand benadeel
Respect voor een ander z’n denkbeeld
En ‘k luister en praat bij een meningsverschil

En ’t maakt hier niet uit wat en of je gelooft’.
Ze friemelde wat aan haar handtas.
‘Als dat eens voor iedereen waar was.
Maar is ’t wel zo mooi hier?’ Toen boog ze haar hoofd

En heeft ze zich peinzend van mij afgewend
En wandelde weg uit mijn leven

Sindsdien denk ik af en toe, even
‘Laat ik jou wel vrij? Gewoon zijn die je bent?’

Peter-Jan de Wilde stadsdichter
Peter-Jan de Wilde, stadsdichter Fotograaf: Peter Lous
Uw Reactie
Uw Reactie