Uitvoeringsplan handhaving drank en horeca 2023

De verantwoordelijkheid voor het goed en op verantwoorde wijze exploiteren van een horecabedrijf en het verantwoord verstrekken van alcohol ligt primair bij de ondernemer. Van een ondernemer wordt verwacht dat hij de wet- en regelgeving kent en weet welke voorwaarden worden gesteld aan vergunningen en ontheffingen. Veel horecaondernemers houden zich prima aan wet- en regelgeving en de voorwaarden.

Er is echter een minderheid die dat niet doet. Dit leidt tot overlast, onveilige situaties en aantasting van het woon- en leefklimaat. Om naleving van wet- en regelgeving af te dwingen zal toezicht moeten plaatsvinden. Zo nodig wordt handhavend opgetreden door het opleggen van bestuursrechtelijke maatregelen. Het handhavingsprotocol beschrijft welke bestuursrechtelijke maatregel volgt op welke overtreding.

Het doel van dit uitvoeringsplan is

Het doel van dit uitvoeringsplan is:

  • verbetering van het nalevingsgedrag, waarmee wordt beoogd de leefbaarheid, de openbare orde, de veiligheid en gezondheid en de eerlijke mededinging positief te beïnvloeden;
  • burgers, bedrijven en instellingen binnen de gemeente Apeldoorn rechtszekerheid te bieden door de handhavingstaak op uniforme wijze uit te voeren;
  • dat er passende maatregelen worden genomen bij geconstateerde overtredingen of incidenten, die qua aard zo goed mogelijk aansluiten bij het soort overtreding en qua zwaarte bij de ernst van de overtreding;

In 2019 is het uitvoeringsplan drank en horeca 2015 geëvalueerd door de horeca- ondernemers, vertegenwoordiging van de Sportraad, vertegenwoordiging van Koninklijk Horeca Nederland (Afdeling Apeldoorn), vertegenwoordiging van de politie en betrokken ambtenaren van de eenheid Veiligheid en Recht. De tijdens de bijeenkomsten gedeelde punten zijn meegenomen in de uitwerking van dit uitvoeringsplan.

In 2023 is het uitvoeringsplan beperkt aangepast o.a. vanwege de wijziging van de Drank-en Horecawet naar de Alcoholwet.

Het uitvoeringsplan handhaving drank en horeca heeft de volgende opbouw; eerst wordt beknopt weergegeven hoe de taken en bevoegdheden zijn verdeeld op het gebied van toezicht en handhaving. Daarna volgt een weergave van de verschillende bestuursrechtelijke instrumenten die ingezet kunnen worden. Vervolgens wordt de evaluatie van het vorige uitvoeringsplan behandeld en worden een aantal veranderingen ten opzichte van dat plan toegelicht. Als laatste zal in het handhavingsprotocol worden weergegeven hoe vanaf 1 januari 2020 opgetreden wordt bij de verschillende soorten overtredingen.

Taken, bevoegdheden en toezicht

De burgemeester is primair verantwoordelijk voor de openbare orde en veiligheid. Namens de burgemeester wordt de alcoholvergunning verleend. Hij beschikt voorts over een aantal bestuursrechtelijke instrumenten om de openbare orde en veiligheid te waarborgen. De burgemeester is het bevoegd gezag om op te treden tegen overtredingen van de Alcoholwet (AW). Voor wat betreft de Algemene plaatselijke verordening, waar ook verschillende zaken zijn geregeld als het om de horecasector gaat, is ook de burgemeester het bevoegd gezag.

Toezicht
Toezicht houden is een vorm van preventie. Door aanwezig te zijn, instrumenten mee te geven voor zelfregulering/eigen naleefgedrag en goede contacten te hebben met ondernemers en para commerciële rechtspersonen (zoals sportverenigingen) kan naleefgedrag worden gestimuleerd. Daarnaast is slim toezicht houden ook vooral risicogericht toezicht houden op locaties die op grond van signalen van stakeholders extra aandacht verdienen. Tenslotte geldt ook “high trust, high penalty”: er wordt uitgegaan van en vertrouwd op het zelfregulerend vermogen door ondernemers en para commerciële rechtspersonen. Bij (herhaaldelijke) overtredingen volgen echter ook strenge sancties.

Toezichthouders van team Preventie Toezicht en Handhaving (PTH) zijn door de burgemeester aangewezen om toezicht te houden op naleving van de AW. Bij het houden van toezicht op naleving van regelgeving door horecagelegenheden heeft ook de politie een grote rol.

Het inzetten van gemeentelijk toezichthouders heeft een grote preventieve werking. Doordat zij zichtbaar zijn voor ondernemers en para commerciële rechtspersonen is duidelijk dat de naleving van wet- en regelgeving een serieuze aangelegenheid is, waarbij overtredingen daadwerkelijk gesanctioneerd worden. Er wordt zowel steekproefsgewijs als naar aanleiding van klachten of meldingen gecontroleerd.

Samenwerking team PTH/politie
Regelmatig voegen de gemeentelijk toezichthouders zich bij het team van de politie om tijdens uitgaansuren op het Caterplein toezicht te houden op de naleving van wet- en regelgeving. Verder houden zij het gehele jaar toezicht op de overige horeca binnen de gemeente.

Handhavingsprotocol

De burgemeester beschikt over een aantal bestuursrechtelijke instrumenten die kunnen worden ingezet voor handhaving bij overtredingen: Schorsen of intrekken van een vergunning, opleggen van een last onder dwangsom of last onder bestuursdwang, opleggen van een bestuurlijke boete en de “Three strikes out” maatregel.

In het handhavingsprotocol is opgenomen dat optreden van gemeentewege ingrijpender wordt wanneer de overtreding aanhoudt of zich herhaalt. Ingrijpen loopt dan via een aantal voorgeschreven stappen. Er zijn ook situaties denkbaar waarbij het volgen van het stappenplan niet wenselijk is. Het is dan ook van belang om op te merken dat de volgende schema’s slechts richtinggevend zijn voor de handhavers. Er kunnen zich omstandigheden voordoen waardoor afgeweken moet worden van de schema’s.

Wanneer besloten wordt om een bestuursrechtelijke maatregel op te leggen dient deze maatregel ook daadwerkelijk uitgevoerd te worden. Daartoe is een goede afstemming noodzakelijk tussen vergunningverleners, toezichthouders en handhavers.

Intrekking of schorsing van de verleende vergunning

Zowel de AW als de Algemene plaatselijke verordening (Apv) kent de bevoegdheid om een verleende vergunning in te trekken. Daarbij is het goed om te vermelden dat in de AW tevens is uitgewerkt in welke gevallen de vergunning móet worden ingetrokken.

Naast intrekking bevat de AW de mogelijkheid tot het schorsen van de vergunning voor een maximale duur van 12 weken. Het middel van schorsing kan ingezet worden in veel situaties waarin intrekking ook mogelijk is. Bij intrekking van de vergunning zal een nieuwe aanvraagprocedure moeten worden gestart. Dat is bij schorsing van de vergunning niet het geval. In de gevallen waarin intrekking als te ingrijpend wordt ervaren, kan de vergunning eerst voor een bepaalde periode geschorst worden.

Daarbij wordt wel opgemerkt dat wanneer de wet bepaalt dat een vergunning móet worden ingetrokken (zie artikel 31, eerste lid AW) het middel van schorsing niet kan worden ingezet.

Last onder dwangsom
Een last onder dwangsom houdt in dat een ondernemer wordt aangeschreven om de overtreding te beëindigen en voortzetting of herhaling van de overtreding te voorkomen op straffe van het verbeuren van één of meerdere dwangsommen. Deze last houdt in dat de overtreder de illegale situatie in overeenstemming met de wet dient te brengen of een overtreding achterwege dient te laten. De ondernemer verbeurt een dwangsom op het moment dat een overtreding opnieuw wordt geconstateerd. Er dient dan dus een van tevoren bepaald geldbedrag te worden betaald. De dwangsom kan op drie manieren worden ingezet: een bedrag ineens, een bedrag per tijdseenheid of een bedrag per overtreding. De hoogte van de dwangsom wordt van geval tot geval beoordeeld afhankelijk van de aard en ernst van de overtreding.

In sommige gevallen kan of moet worden gekozen voor een last onder bestuursdwang. Bij bestuursdwang gaat het betreffende bestuursorgaan zelfstandig over tot daadwerkelijk optreden door de overtreding te beëindigen indien de ondernemer dat niet doet binnen de gestelde termijn. De bestaande illegale situatie kan dus door het optreden van het bestuursorgaan in overeenstemming worden gebracht met de wettelijk geldende normen. Hierbij moet gedacht worden aan het sluiten van een horeca-inrichting omdat geen vergunning is verleend.

De dwangsombevoegdheid en de bestuursdwangbevoegdheid kunnen niet gelijktijdig, maar wel achtereenvolgens worden toegepast. Dit betekent dat er steeds een keuze voor één van beide maatregelen zal worden gemaakt.

Bestuurlijke boete
Naast bovengenoemde maatregelen biedt de AW de burgemeester de bevoegdheid tot het opleggen van een bestuurlijke boete. Voor wat betreft de bestuurlijke boete is ervoor gekozen dit middel slechts in te zetten bij overtreding van de in de wet opgenomen leeftijdsgrenzen. Voor andere overtredingen bieden de voornoemde maatregelen voldoende handvatten.

Three strikes out
Uitgangspunt is dat er bij alcoholverkoop aan minderjarigen streng wordt opgetreden. De “three strikes out” maatregel is daar een voorbeeld van. Niet vergunningplichtige detailhandel die alcohol verkoopt (supermarkten, warenhuizen, bezorgdiensten) kunnen worden gesanctioneerd als ze in een periode van 12 maanden drie keer of vaker alcohol verkopen aan minderjarigen. Met deze sanctie ontneemt de burgemeester de betreffende ondernemer tijdelijk het recht om alcohol te verkopen voor minimaal 1 week tot maximaal 12 weken.

Verschillende overtredingen

In het hierna volgende protocol is een verdeling gemaakt naar regelgeving. Een onderscheid moet worden gemaakt tussen overtredingen van de Algemene plaatselijke verordening 2014 (Apv 2014) en de Alcoholwet (AW). Voor wat betreft overtredingen in horecagelegenheden van de Opiumwet of de Wet op de kansspelen wordt verwezen naar de daartoe gemaakte beleidstukken. Dat geldt ook voor overtredingen van het Omgevingswet en Besluit activiteiten leefomgeving.

Overtredingen Algemene Plaatselijke Verordening

 

Overtreding

artikel APV

Korte omschrijving

Bestuursdwang/

dwangsom

Intrekking/schorsing

vergunning

2.28

Terras zonder vergunning

Dwangsom

N.v.t.

2.28 jo. 1.4

Terras in strijd met

vergunning

Dwangsom

Intrekking na

dwangsomprocedure

2.29

Overtreding reguliere

sluitingstijden

Dwangsom

N.v.t.

2.29 jo. 1.4

Overtreding sluitingsuur

met vergunning

N.v.t.

Eerst waarschuwing

Daarna intrekking

2.33A

Verstrekken alcoholvrije drank zonder vergunning

Dwangsom

N.v.t.

2.33E

Verbod geopend zijn zonder aanwezigheid

leidinggevende

Dwangsom

Schorsen bij overtreding 5 voor

max. 12 weken

2.34B, 1e lid

Overtreding schenktijden

Dwangsom

n.v.t.

2.34B, 2e lid

Verstrekken alcohol tijdens bijeenkomsten van persoonlijke aard of geen

relatie met activiteit

Dwangsom

n.v.t.

Uitwerking dwangsom in het geval van 2.29 overtreding reguliere sluitingstijden
Indien een horecabedrijf niet beschikt over een ontheffing verlenging openingstijden gelden de reguliere sluitingstijden van artikel 2:29 Apv. Indien een horecabedrijf geopend is ná deze tijden, wordt een formeel handhavingstraject gestart. Eerst wordt het voornemen tot het opleggen van een last onder dwangsom op schrift gesteld. De overtreder wordt in de gelegenheid gesteld om een zienswijze naar voren te brengen. Afhankelijk van de ingediende zienswijze wordt de last al dan niet opgelegd. Als de dwangsom is opgelegd en er nogmaals een overtreding wordt geconstateerd, wordt de dwangsom verbeurd. Voordat over wordt gegaan tot invordering van die dwangsom, wordt de ondernemer door middel van een voornemen op de hoogte gebracht. Nadat de maximale dwangsom is verbeurd kan een nieuwe last onder dwangsom worden opgelegd met een hogere dwangsom.

Uitwerking intrekking ontheffing in het geval van 2.29 overtreding sluitingsuur
Indien een horecabedrijf beschikt over een ontheffing verlenging openingstijden en de voorwaarden verbonden aan deze vergunning overtreden worden, wordt bij een eerste overtreding een waarschuwing gegeven. Als daarna opnieuw een overtreding wordt geconstateerd wordt het formele handhavingstraject gestart. Eerst wordt een voornemen tot intrekking van de ontheffing op schrift gesteld. De overtreder wordt in de gelegenheid gesteld om een zienswijze naar voren te brengen. Afhankelijk van de ingediende zienswijze wordt de vergunning voor de duur van 1 week ingetrokken. Bij een volgende overtreding wordt dezelfde procedure gevolgd, maar gaat het om een intrekking van 4 weken en uiteindelijk voor onbepaalde tijd.

Overtredingen Alcoholwet

 

Overtreding artikel AW

Korte omschrijving

Bestuursdwang/ dwangsom

Intrekking/schorsin g vergunning

Bestuurlijke boete*

Three strikes

out

3 (geen vergunning aangevraagd of geweigerd)

Zonder vergunning het horecabedrijf/slijtersbedrijf uitoefenen

Toepassen bestuursdwang bij 1e constatering

n.v.t.

 

n.v.t

13, 1e lid

Verbod verstrekken alcoholhoudende drank voor elders dan in een

horecabedrijf

Dwangsom

Schorsen bij overtreding 5 voor

max. 12 weken

 

N.v.t.

13, 2e lid

Verbod verstrekken alcoholhoudende drank ter plaatse in een slijtersbedrijf zonder

verzoek klant

Dwangsom

Schorsen bij overtreding 5 voor

max. 12 weken

 

N.v.t.

14, 2e lid

Verbod bedrijfsactiviteiten

in een horecalokaliteit of op terras

Dwangsom

Schorsen bij overtreding 5 voor

max. 12 weken

 

N.v.t.

19, 1e lid

Verbod bestelservice

sterke drank

Dwangsom

N.v.t.

 

N.v.t.

19, 2e lid

Verbod bestelservice zwak

alcoholhoudende drank

Dwangsom

N.v.t.

 

N.v.t.

20, 1e lid

Verstrekken alcoholhoudende drank aan jongeren waarvan niet is vastgesteld dat zij de leeftijd van 18 hebben

bereikt

N.v.t.

Schorsing bij overtreding 3 voor

max. 12 weken, daarna intrekken vergunning

1565/3135

Voor eerste 2

overtreding en

n.v.t.

20, 1e lid (i.c.m. art. 44)

Verstrekken alcoholhoudende drank aan jongeren waarvan niet is vastgesteld dat zij de leeftijd van 18 jaar hebben bereikt

Evt. bestuursdwang bij oplegging ontzegging bevoegdheid verkoop zwak- alcoholhoudende

drank

 

1565/3135

Ja

24, 1e lid

Verbod geopend zijn zonder aanwezigheid

leidinggevende

Dwangsom

Schorsen bij overtreding 5 voor

max. 12 weken

 

n.v.t.

 

24, 2e lid

Verboden geopend zijn zonder aanwezigheid leidinggevende of

barvrijwilliger (paracommercieel)

Dwangsom vanaf 2e overtreding

Verplichte iva- training bij 1e overtreding

 

n.v.t

25, 1e lid

Verbod op aanwezigheid

van alcoholhoudende drank

Bestuursdwang

N.v.t.

 

n.v.t.

25, 2e lid

Verbod op het nuttigen van alcoholhoudende

drank in voor publiek geopende ruimte

Bestuursdwang

N.v.t.

 

n.v.t.

29, 3e lid

Vergunning/aanhangsel

niet aanwezig in bedrijf

Dwangsom

N.v.t

 

n.v.t.

35,2e lid

Niet voldoen aan beperkingen/voorschriften

ontheffing

Maatwerk Afhankelijk van

voorschriften

Intrekking

Maatwerk

 

n.v.t.

38

Onjuiste gegevens

verstrekken bij aanvraag

N.v.t.

intrekking

 

n.v.t

  • eerste bedrag geldt voor de natuurlijke persoon of rechtspersoon die op de dag waarop de overtreding is begaan minder dan 50 werknemers telde;
  • tweede bedrag geldt voor de natuurlijke persoon of rechtspersoon die op de dag waarop de overtreding is begaan meer dan 50 werknemers telde.

Uitwerking bestuursdwang in het geval van art. 3 horecabedrijf geopend zonder geldige drank- en horecavergunning
Indien een horecabedrijf wordt uitgeoefend zonder geldige alcoholvergunning wordt bevolen tot beëindiging van de drankverkoop en wordt mondeling het voornemen kenbaar gemaakt tot sluiting van de horeca-inrichting. De overtreder wordt in de gelegenheid gesteld om een zienswijze naar voren te brengen. Afhankelijk van de ingediende zienswijze wordt een sluitingsbevel genomen. Daarbij dient een termijn in acht te worden genomen zodat de ondernemer zelf de mogelijkheid krijgt om tot sluiting over te gaan. Er zijn gevallen denkbaar waarin de situatie dermate spoedeisend is dat eerst over wordt gegaan tot sluiting en pas daarna een last onder bestuursdwang op schrift wordt gesteld. Daarbij moet gedacht worden aan situaties waarin de veiligheid van eventuele bezoekers ernstig in het geding is.

De ondernemer kan in de gelegenheid worden gesteld om alsnog een aanvraag in te dienen. In de tussentijd dient de horecagelegenheid echter wel gesloten te zijn. Onduidelijk is immers of voldaan wordt aan bijvoorbeeld de inrichtingseisen.

Uitwerking dwangsom in het geval van art. 13 1e lid AW overtreden verbod om vanuit een horecabedrijf drank te verstrekken voor gebruik elders
Indien vanuit een horecabedrijf drank wordt verstrekt voor gebruik elders dan ter plaatse, wordt het verbod in artikel 13 1e lid overtreden en wordt een dwangsom opgelegd. Het voornemen tot het opleggen van de dwangsom wordt schriftelijk bevestigd. De overtreder wordt in de gelegenheid gesteld om een zienswijze naar voren te brengen.

Afhankelijk van de ingediende zienswijze wordt de last al dan niet opgelegd. Als de dwangsom is opgelegd en er nogmaals een overtreding wordt geconstateerd, wordt de dwangsom verbeurd. Voordat over wordt gegaan tot invordering van die dwangsom, wordt de ondernemer door middel van een voornemen op de hoogte gebracht. Nadat de maximale dwangsom is verbeurd, dus na 4 overtredingen, wordt de vergunning geschorst. Dit kan voor een periode van maximaal 2 weken. In dit geval moet opnieuw een zienswijzenprocedure worden gevoerd.

 

Overtreding artikel AW

Korte omschrijving

Bestuursdwang/ dwangsom

Intrekking/schorsing vergunning

Bestuurlijke boete*

Three strikes out

20, 4e lid

Verbod op aanwezigheid personen onder

invloed

Strafrecht

Schorsing

n.v.t

n.v.t.

20, 5e lid

Verbod dienst te doen onder invloed

Strafrecht

Schorsing

n.v.t

n.v.t.

Ingeval van overtreding van bovengenoemde artikelen kan, naast de bestuursrechtelijke maatregel van schorsing, ook strafrechtelijk worden opgetreden. In artikel 252, eerste lid, aanhef onder 1, van het Wetboek van Strafrecht is het verstrekken van alcoholhoudende drank aan personen onder invloed strafbaar gesteld.

Uw Reactie
Uw Reactie