Achtergrondverhalen stroomkasten

Herenhul (locatie: Engelanderholt, Beekbergen)

Vlakbij deze locatie is het Herenhul. Hier werd tussen de 13e en 17e eeuw recht gesproken. Deze rechtbank werd voornamelijk gebruikt voor klaringen (rechtszittingen). Op het Engelanderholt werden zaken gedaan in hoger beroep.

Een rechtszaak was in die tijd een groots spektakel. Personeel verzorgde eten, drinken en paarden, bouwde een podium en maakte een hele opstelling met zetels en banken. Een zitting kon een hele dag duren en soms duurde het zelfs weken tot een oordeel kwam. Er werden in Beekbergen jaarmarkten gehouden en herbergen als Het Roode Hert en De Gouden Leeuw in Beekbergen waren helemaal vol. Toneelspelers, goochelaars, muzikanten en acrobaten vermaakten het publiek.

De plaats waar vroeger de Klaarbeek stond is nu herkenbaar met een grote steen en twee informatieborden.

Herenhul (locatie: Engelanderholt, Beekbergen)
Herenhul (locatie: Engelanderholt, Beekbergen) Fotograaf: Gemeente Apeldoorn

Kerschoten (locatie: Gemzenstraat/Mercatorplein)

Na de Tweede Wereldoorlog breidde Apeldoorn zich fors en snel uit. Om alle nieuwe bewoners zo goed mogelijk te huisvesten, werd aan de noordrand van de stad als eerste wijk Kerschoten gebouwd. Het prestigieuze project omvatte de bouw van bijna negenhonderd woningen, een wijkwinkelcentrum, een van de eerste moderne bejaardenhuizen van Nederland en een eveneens modern vormgegeven stadspark.

Het zuidelijk deel van de wijk werd ontworpen door architect David Zuiderhoek. Hij liet zich inspireren door de naoorlogse stadsuitbreidingen in Zweden en Denemarken tijdens een studiereis. De Scandinavische invloed is in de wijk goed terug te zien, zoals het groene karakter van parken en tuinen voor en bij de woningen. Ook was de wijk grotendeels verkeersluw. Hiermee brak Zuiderhoek met de traditionele opzet van ‘rijen huisjes, rug aan rug’. Om die reden heeft de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed Kerschoten opgenomen als een van de 30 wijken die in 2013 werd geselecteerd als wederopbouwgebied van nationaal belang. 

Oude ambachtsschool (locatie: Molenstraat-Centrum/Molendwarsstraat)

Tegenwoordig bedient Heerlijk Lokaal hongerige en dorstige gasten, maar vroeger werd in dit pand geleerd. In 1895 richtten vijf notabelen in dit ‘Volkshuis’ een tekenschool op voor in de winteravonden. Apeldoorn was in deze tijd een stad in groei: vanuit alle kanten kwamen aannemers, timmerlieden en bedrijven aanzetten. Door deze ontwikkelingen werd het Volkshuis al gauw een vakschool en nog  wat later een officiële Nijverheidsschool. Vele leerlingen waren zoons van de eigenaren van de vele bedrijven die gevestigd waren in Apeldoorn. Ook gaven een aantal bekende Apeldoornse architecten les op de school, zoals Andries van Driesum en Pieter Puype. Hierdoor groeide de Ambachtsschool flink in de eerste helft van de twintigste eeuw.

In de jaren ’20 en ’30 werd het aanbod uitgebreid met verschillende technische vakken, zoals autotechniek en elektromontage. Ook kwam in 1939 een aparte school voor Scheepswerktuigkundigen en een Autotechnische School, die in 1959 zelfs een eigen gebouw kreeg aan de Loolaan. Bij het halve eeuwfeest van de school in 1951 sprak burgemeester A.L. Des Tombe met trots over “een groot en bloeiend instituut, gehuisvest in een fraai, modern gebouw, […] een levend bewijs voor de energie en durf van de Ambachtsschool.” In 1980 werd het ‘moedergebouw’ aan de achterzijde uitgebreid.

Helaas viel in 1994 het doek voor de Ambachtsschool. De vakopleidingen werden elders opgebracht, onder andere bij het Edisoncollege. Nadat ROC Aventus naar haar nieuwe gebouw verhuisde, kwam de school leeg te staan, waarna het uiteindelijk zijn huidige horecafunctie ging vervullen.

Zwitsal (locatie: Vlijtseweg)

Tijdens zijn opleiding in Zwitserland krijgt de Apeldoornse apothekersleerling Cor Jansen van een Zwitserse apotheker een recept voor een heilzame zalf. Met dit recept keert Jansen in 1919 terug naar Apeldoorn, waar hij de apotheek van de recent overleden A.A. Bonnema overneemt en onder andere deze zalf gaat verkopen.

Aan de Floralaan/Deventerstraat opent Jansen de Nederlandsche Fabriek van Pharmaceutische Producten. Onder de naam Zwitsal produceert hij de bijzondere zalf op grote schaal. Het werd vooral een begrip op het gebied van babyproducten. De foto van het babygezichtje is van zijn dochter Mieke Jansen. 

Toen het bedrijf steeds meer haar naam kreeg, verhuisde Zwitsal kort na de Tweede Wereldoorlog naar deze plek aan de Vlijtseweg. Door de ligging direct aan het kanaal was het voor de aan- en afvoer van stoffen per boot een perfecte ligging. Hier breidt de fabriek nog verder uit.

Door mechanisatie en komst van computers werd het bedrijf in 2011 gesloten. Cor Jansen is tot aan zijn overlijden in 1975 altijd betrokken gebleven bij het bedrijf dat hij geheel zelfstandig groot heeft gemaakt.

Stroomkast Wilhemina Druckerstraat.
Stroomkast Wilhemina Druckerstraat. Fotograaf: Gemeente Apeldoorn

Station en het Koningslijntje (locatie: Spadelaan)

Op 13 mei 1876 werd de Oosterspoorweg van Amsterdam naar Zutphen door de Hollandsche IJzeren Spoorweg Maatschappij (HIJSM) in gebruik genomen. Op diezelfde dag werd ook het station in Apeldoorn geopend. Door de komst van het station ontdekten vele mensen, voornamelijk in welgestelde kringen, de plaats Apeldoorn. Het werd een zeer geliefd oord voor vakantiegangers en het inwonertal schoot na 1876 omhoog.

Rond dezelfde tijd werd een spooraftakking naar Paleis het Loo gemaakt, zodat koning Willem III vanaf het station direct naar het paleis kon. Dit ‘koningslijntje’ liep door de Koning Lodewijklaan. Ook ‘gewone’ treinen werden later aan het koningsrijtuig gekoppeld. Daarom werd in 1912 een koninklijke wachtkamer ingericht op het station voor koninklijke reizigers. In 1977 werd het helaas gesloopt, maar gelukkig bleef het station door vele inspanningen staan.

Op de hoek van de Prins Willem-Alexanderlaan en de Prinses Beatrixlaan ligt een spoormonument ter herinnering aan het Koningslijntje. In januari 2019 werd dit op initiatief van wijkraad Brink & Orden aangelegd.

Zevenhuizen (locatie: Laan van Zevenhuizen/Fauststraat)

Na de Tweede Wereldoorlog was Apeldoorn een van de snelst groeiende gemeenten van Nederland. Destijds was het plan om Apeldoorn ‘de tweede schrijftafel van Nederland’ te maken. Men werkte daarom vanaf 1962 aan een uitbreidingsplan voor het gebied ten noordoosten van het oude buurtschap Zevenhuizen tot aan de huidige Anklaarseweg.

Zevenhuizen is een typische naoorlogse wijk: een wijk met veel woningvariatie, maar strikt gescheiden in functie. De woningen zijn als legoblokjes aan elkaar gebouwd. Zo heb je op een veld dezelfde woningtype, maar toch is er genoeg variatie om de wijk niet saai te maken. Ook kenmerkt de wijk zich door het groene karakter en de vele hoogbouw. De flats bij winkelcentrum De Mheen en de flats langs de Laan van Zevenhuizen vallen op. Het Mheenpark vervult een belangrijke, recreatieve functie in het park. Het ligt afgesloten met grote dichte beplantingsstroken, waardoor de beleving pas te zien is als je in het park loopt. Hierdoor ontstaat het gevoel dat je in het buitengebied loopt dan in de stad.

Stroomkast Stoppelbergweg.
Stroomkast Stoppelbergweg. Fotograaf: Gemeente Apeldoorn

Oranjepark (locatie: Regentesselaan/Meester van Rhemenslaan)

In 1874 kocht Hendrik Christiaan van der Houven van Oordt landgoed De Pasch om er een villapark van te maken. Landschapsarchitect H.H. Hogeweg legde vervolgens slingerende waterpartijen en boomgroepen in het park aan. Twee jaar later, op 13 mei 1876, volgde de feestelijke opening van het park. Koning Willem III was de belangrijkste gast en gaf toestemming tot de naam Oranjepark. In de volgende jaren ontstonden verschillende andere parken, zoals het Wilhelminapark, Sophiapark en Julianapark. De Parken waren in trek. Veel welgestelden en oud-Indiëgangers trokken naar deze wijk.

Als dank voor al zijn verdiensten voor Apeldoorn werd in 1892 een monumentale bank voor van der Houven van Oordt opgericht.

Papiermolen De Vlijt & Koperpletterij De Heus (Vlijtseweg)

Vlakbij deze plek werd in 1593 de eerste papiermolen van Apeldoorn gebouwd: De Vlijt. Dit was het begin van Apeldoorn als een belangrijke plaats in de papierindustrie. Vele papiermolenaars volgden in de loop van de zeventiende en achttiende eeuw zijn voorbeeld.

De papiermolen groeide in deze tijd flink en kende het vele eigenaren. Nadat in 1816 De Vlijt volledig in handen kwam van J.H. Gunning, haalde het bedrijf haar volledige omvang. In 1824 verkocht Gunning de molen aan Jan Hendrik Ameshoff, dezelfde persoon die hier vlakbij villa Marialust liet bouwen. Ameshoff bouwde in 1840 een moderne stoomfabriek naast de molen. Maar omdat de papierindustrie in Apeldoorn niet meer winstgevend was, had dit helaas weinig effect. Om die reden verkocht hij in 1843 de papiermolen aan Willem Hendrikus de Heus. Onder hem werd de molen een koperpletterij. Voornamelijk verschillende soorten metalen werden hier geproduceerd en daarna per boot vervoerd naar Amsterdam waar ze verder worden verwerkt.  Tot 1930 draaide de fabriek op een combinatie van stoom- en waterkracht. Vanaf dan werd de fabriek afgesloten van de Grift, en ging men over op elektriciteit. 

Uw Reactie
Uw Reactie